Strakonice – de doedelzakhoofdstad
Strakonice ligt aan de samenvloeiing van de rivieren Otava en Volyňka. Het centrum bestaat uit de zogenaamde Benedenstad met een langgerekt plein dat tegenwoordig eerder op een brede straat lijkt. Daarboven verheft zich het kasteel van de familie Bavor, verwant aan de regerende Přemyslid-dynastie. Op de linkeroever ligt de nieuwere Bovenstad.
Strakonice kreeg al in 1367 stadsrechten en vanaf 1402 werd het beheerd door kerkelijke autoriteiten.
Het kasteel van Strakonice is zowel historisch als architectonisch een uitzonderlijk monument. De classicistische vleugel aan de ingang kan misleidend zijn, maar eenmaal binnen de poort is de grootsheid van het kasteel onmiskenbaar. Het wordt momenteel gerenoveerd, maar de 31 meter hoge Rumpál-toren en de Zwarte Keuken zijn nu al toegankelijk voor bezoekers.
Aanvankelijk bewoonden zowel wereldlijke heren als de ridders van de Orde van Sint Jan van Jeruzalem het kasteel. In de 15e eeuw werd het volledig eigendom van de orde. Nadat hun klooster in Praag werd geplunderd door de Hussieten, vestigden ze zich in Strakonice tot 1693. De orde bezat het kasteel tot 1926. Tegenwoordig herbergt het complex het Regionaal Museum van Midden-Pootaví.
Na de renovatie zal hier ook de grootste collectie doedelzakken in Centraal-Europa te bezichtigen zijn, evenals historische muziekinstrumenten en traditionele producten van het merk ČZ, waaronder wapens, motorfietsen en fietsen.
De rivier Otava, die bekend staat om goudwinning en parelvisserij uit riviermosselen, ontstaat bij de samenvloeiing van de Vydra en de Křemelná. De naam zou afkomstig zijn van het Keltische woord “Atawa”, wat “rijk water” betekent.
Op de heuvel Kalvárie ten westen van het kasteel stond ooit een gotische kapel. Volgens de volkslegende is hier de legendarische doedelzakspeler Švanda begraven. Het Švanda-pad begint bij het kasteel, loopt langs de rivier en keert terug – een gemakkelijke en leerzame wandeling.
Doedelzakken zijn in Strakonice alomtegenwoordig: het museum toont een grote tentoonstelling van historische en moderne instrumenten, het Internationale Doedelzakfestival wordt er elke twee jaar gehouden en het lokale bier heet “Dudák” – de Doedelzakspeler.
Aanvullende informatie
Beroemde personen:
- František Ladislav Čelakovský (1799–1852), dichter en vertaler van de Tsjechische nationale wedergeboorte.
- Ing. Pavel Pavel (1957), experimenteel archeoloog die zijn theorie over het verplaatsen van moai-beelden op Paaseiland demonstreerde.
- Josef Skupa (1892–1957), de “vader” van de poppen Spejbl en Hurvínek.
Onze tip:
Het Internationale Doedelzakfestival in augustus trekt muzikanten uit de hele wereld, o.a. uit Schotland, Nederland, Duitsland en Turkije.
Je weet dat...
...Jan van Rožmberk, een grootmeester van de Maltezer Orde, een enorme doedelzak liet bouwen met acht pijpen voor acht spelers, gedragen door vier dragers? Het instrument trok zoveel bekijks dat het door de hele stad werd gedragen – en zo kreeg de stad de bijnaam “Dudákov”.
