Bechyně – Filmstad
Wie kent de film De bruiloften van meneer Vok niet? Op het punt waar de Smutný-beek en de rivier Lužnice samenkomen, stichtte Přemysl Otakar II in 1268 een kasteel, waarvan het voorgebied in 1323 tot stad werd verheven. De grootste bloei kende de stad onder de heerschappij van de Rožmberks, vooral toen Petr Vok van Rožmberk hier het mooiste deel van zijn leven doorbracht – met als hoogtepunt zijn huwelijk in 1580.
Recente archeologische opgravingen (2011–2013), waarbij paalgaten van zogenoemde half ingegraven huizen werden gevonden, bewijzen dat de plek al in de 2e tot 1e eeuw v.Chr. door Kelten werd bewoond, die hier een oppidum bouwden.
Rond het kasteel ontstond een ambachtelijke stad. In 1422, tijdens de Hussietenoorlogen, werden vele huizen en verdedigingswerken zwaar beschadigd. Verdere ontwikkeling kwam pas onder de Sternbergs en vooral onder de Rožmberks. De stad werd beroemd om zijn aardewerk en geneeskrachtige bronnen, die al in de 18e eeuw voor kuuroorden werden gebruikt.
Het meest opvallende gebouw is het kasteel van Bechyně, gelegen op een smalle landtong, omringd door diepe kloven van beide waterstromen. Het kasteel getuigt van de royale bouwactiviteiten van Petr Vok van Rožmberk en van het werk van kunstenaars en ambachtslieden uit de renaissanceperiode. Onder meer zijn trouwzaal is te zien, waarvan de muren zijn bedekt met 460 m² unieke muurschilderingen, waarop symbolisch vertegenwoordigers van de middeleeuwse adel als getuigen aanwezig zijn. Ook de laatgotische "Bomenzaal", die tot eind 16e eeuw diende als vrouwenverblijf, is een bezoek waard.
De stad is zeer fotogeniek, waardoor er talloze bekende films zijn opgenomen, zoals Een vis op het droge, Gouden palingen, Ik ben de hemel, Jan Hus, De bruid van de duivel en andere. Op het plein herinnert een informatiepaneel van het educatieve filmtraject Zuid-Bohemen in film aan deze geschiedenis.
Even fotogeniek is de Bechyňská duha-brug, ontworpen door Eduard Viktor en voltooid in 1928, ter gelegenheid van het 10-jarig jubileum van de republiek. Met een hoogte van 50 m boven de rivier en een boogoverspanning van 90 m was het toen de hoogste gewapend betonnen boog in Tsjechoslowakije. De meer dan 200 meter lange brug dient voor zowel weg- als spoorverkeer en is het best te bewonderen vanuit de kloostertuin op de noordelijke vestingmuren.
De brug is ook verbonden met de spoorweggeschiedenis: in 1903 werd hier de eerste geëlektrificeerde spoorlijn van Oostenrijk-Hongarije aangelegd, die in 1928 na de voltooiing van de brug tot in de stad werd doorgetrokken. Tegenwoordig rijden er twee historische locomotieven – Bobinka en Elinka – die nostalgische ritten aanbieden.
Aanvullende informatie
Beroemde personen
František Křižík (1847–1941) – Tsjechisch elektrotechnicus, uitvinder van het regelapparaat voor de booglamp.
Petr Vok van Rožmberk (1539–1611) – een sleutelfiguur van dit verhaal, vertegenwoordiger van de Tsjechische adel. In Bechyně beleefde hij de mooiste jaren van zijn leven, waaronder zijn huwelijk met de jonge Kateřina van Ludanice. Hij trouwde op veertigjarige leeftijd, zijn bruid was nog geen zestien. Het huwelijk bleef kinderloos en Petr Vok werd de laatste van zijn geslacht. Hij stierf in 1611 en werd begraven in de Rožmberk-grafkelder in het klooster van Vyšší Brod.
Onze tip:
De pottenbakkerstraditie leeft hier nog altijd voort, vooral tijdens de jaarlijkse keramiekmarkten die worden georganiseerd door de Vereniging voor Traditioneel Keramisch Ambacht.
Je weet dat...
…Wist je dat de stad ook beroemd is om haar kuuroord, met een complex van moderne witte gebouwen aan de rand van de stad? Tegenwoordig worden hier vooral aandoeningen aan gewrichten en het zenuwstelsel behandeld.