Van Bohumilice naar de Mářský-heuvel

In de directe omgeving van Bohumilice, op de heuvels Křížovice en Staňkova hůrka, zijn wallen van prehistorische versterkingen ontdekt. Ook het dorp zelf is erg oud – mogelijk behoorde het al in de 10e eeuw toe aan het kapittel van de Sint-Vituskerk in Praag. De volgende schriftelijke vermelding dateert uit 1353. Vanaf het einde van de 15e eeuw behoorde Bohumilice toe aan de familie Malovec van Chýnov. In 1579 liet Jan Malovec het slot Skalice bouwen. Na de Dertigjarige Oorlog werd het slot omgebouwd tot een renaissancistisch kasteel. Onder de latere eigenaars waren de families Sickingen, Thun-Hohenstein en Lumbe uit Malonice. In 1923 kocht de Praagse industrieel Ferdinand Holoubek het kasteel. Na 1950 werd het beheerd door de Staatsboerderijen van Vimperk. In 1996 werd het verwaarloosde bezit teruggegeven aan de familie Holoubek, die het probeert te herstellen in de oorspronkelijke staat. Tegenwoordig is er een manege met aanvullende diensten. Er zijn appartementen met eigen ingang en badkamer. Ook is er een conferentieruimte voor 50 personen. Binnen het manegegebied wordt een tentoonstelling over oorspronkelijke landbouwdierrassen opgebouwd.

Bij het kasteel staat een 300 jaar oude lindeboom en een kapel gewijd aan Sint Jan Nepomucenus. Het dominante bouwwerk van het dorp is de kerk, gebouwd na het jaar 1200, oorspronkelijk gewijd aan Sint-Maarten, later aan de Heilige Drie-eenheid en aan Sint Barbara. Van de oorspronkelijke gotische structuur zijn het portaal en de stenen doopvont bewaard gebleven. De kerk heeft een bewogen geschiedenis; ze brandde af in 1657 en opnieuw in 1815. Het huidige uiterlijk dateert uit 1817–1818. Tijdens de brand in 1815 was de hitte zo groot dat de klokken smolten. Tegenwoordig is de kerk gerestaureerd. Voor de ingang liggen oude grafstenen van leden van de familie Malovec, voorzien van hun wapen – een halve paardfiguur.

Het dorp werd ook beroemd door een meteoriet die in 1829 werd uitgeploegd. Het totale gewicht van de gevonden fragmenten bedroeg bijna 60 kilo. De brokstukken worden nog steeds bewaard in natuurhistorische musea over de hele wereld – bijvoorbeeld in Wenen, Berlijn en Chicago. Het grootste fragment, met een gewicht van 37 kilo, ligt in het Nationaal Museum in Praag. De schrijver Karel Klostermann bracht ook tijd door in Bohumilice en schreef daar de roman Strejček z nebe. In zijn roman Ecce Homo vereeuwigde hij de plaatselijke pastoor Jan Hanžl. Onder de beroemde plaatselijke inwoners bevinden zich ook de twee Antonín Liška’s, van wie de ene directeur van het Museum van de Hoofdstad Praag werd, en de andere bisschop van České Budějovice.