Nové Hrady – Stad zonder grenzen

De stad ligt direct aan de Oostenrijkse grens en staat vandaag bekend als een “stad zonder grenzen”. Naar het buurland is het slechts twee kilometer. Bij aankomst moet men eerst stijgen tot 541 meter boven zeeniveau voordat de stad in het Novohradské gebergte, met zijn oorsprong in de 13e eeuw, zichtbaar wordt.
In een koopakte uit 1279 wordt al een eigenaar vermeld met de toevoeging “van de Burchten”, wat aangeeft dat de bouw van een gotisch kasteel als grenswachtpost toen al op handen was.
Naast het kasteel, het paleis, de kerk, het klooster, de grafkelder van de Buquoy’s, de smederij, de leerlooierij, de Residentie, een barokke apotheek en de stadspoort, biedt de omgeving een golvend landschap – het Buquoy-landschap – zorgvuldig aangelegd en onderhouden door de adellijke familie.
De uitgebreide families van de Rožmberks en vooral de Buquoy’s zijn op vele manieren verbonden met de geschiedenis van de stad. Tijdens de Hussietenoorlogen werd het kasteel in 1425 veroverd en in brand gestoken. In 1467 gebeurde dit opnieuw tijdens een belegering door Zdeněk van Sternberg. Na het uitsterven van de Rožmberk-dynastie in 1611 erfde de familie Švamberk hun bezittingen.
Tijdens de Boheemse Opstand werd het kasteel belegerd en ingenomen door generaal Karel Bonaventura Buquoy, die het samen met de stad als beloning voor zijn militaire verdiensten kreeg. Toen begon een grootschalige renovatie, die het kasteel zijn huidige vorm gaf. Het werd niet langer als residentie gebruikt, maar huisvestte het gravenlijk bosbeheer, ambtenarenwoningen en het Buquoy-archief.
Het gebouw van de voormalige Residentie vormt de oostzijde van het stadsplein. In opdracht van gravin Marie Magdalena Buquoy, geboren di Biglia, werd het tussen 1634 en 1635 omgebouwd tot een stadspaleis, aangezien zij weigerde te wonen in het oude, vervallen kasteel.
De Residentie bestond uit een onregelmatig grondplan rond twee binnenplaatsen. Er waren stallen, houthokken, koetsenschuren, personeelswoningen en kantoren van ambtenaren.
De Buquoy’s woonden er tot het begin van de 19e eeuw, waarna zij verhuisden naar het nieuwgebouwde kasteel. Destijds was de Residentie luxueus ingericht. Na 1945 werd het door het bosbedrijf gebruikt. Tegenwoordig is het volledig gerenoveerd en dient het als wellnesshotel en restaurant.
Het wachttorenkasteel, dat op een klif met diepe gracht staat, wordt sinds 2000 beheerd door het Nationaal Monumenteninstituut. Dankzij de goede akoestiek wordt de binnenplaats ’s zomers gebruikt voor concerten en openluchttheater. De kasteelexpositie bevat een unieke collectie zwart glas – hyaliet.
Aan de andere kant van de stad, richting de grens, ligt het kasteel. Het is een neoclassicistisch gebouw met drie vleugels en twee verdiepingen, en zijvleugels met één verdieping. Tussen 1806 en 1945 diende het als residentie van de familie Buquoy. Tegenwoordig is het eigendom van het Microbiologisch Instituut van de Tsjechische Academie van Wetenschappen.
De stad zonder grenzen wordt tegenwoordig ook belicht in een actuele tentoonstelling in het museum van Nové Hrady, waar ook een openluchtmuseum van het IJzeren Gordijn deel van uitmaakt. Deze tentoonstelling staat op de staatsgrens zelf en behandelt de grenswacht, het IJzeren Gordijn en de verhalen die ermee verbonden zijn.
Aanvullende informatie
Bekende figuren:
- Karel Bonaventura Buquoy (1571–1621) – hofmeester aan het Spaanse hof, arriveerde in 1618 met zijn leger en kreeg geconfisqueerde eigendommen van Petr Švamberk. Hij vocht in de Slag op de Witte Berg en stichtte de Boheemse tak van de Buquoy-familie.
- Jan Nepomuk Josef Buquoy (1741–1803) – deed van alle familieleden het meest voor de ontwikkeling van de stad en het leven erin. Hij herstructureerde het landschap, stimuleerde de glasindustrie, en richtte nabij Nové Hrady het natuurpark Terčino údolí op, genoemd naar zijn vrouw. Hij is begraven in de parochiekerk van Sint-Petrus en Paulus.
Tip:
Tussen 2014 en 2017 werd de Zevl-molen en zijn watergang bij de nabijgelegen vijver gerenoveerd. Tegenwoordig bevindt zich daar een microbrouwerij waar het lokale bier “Zevlák” wordt gebrouwen.
Je weet dat...
...in de grafkelder van de Buquoy’s nog altijd acht doodskisten staan met de stoffelijke resten van zes familieleden en hun verwanten uit het geslacht Cappy? Volgens de Beneš-decreten werd het familiebezit onteigend. Het laatste familielid, Karel, stierf in 1952 in de gevangenis. Hij werd aanvankelijk vrijgesproken in hoger beroep, maar na de communistische machtsovername in 1948 alsnog gevangengezet. Tegenwoordig bezoeken nakomelingen de plek nog af en toe vanuit Duitsland.