Karmelietenklooster en Kerk van Onze-Lieve-Vrouw van de Berg
Klooster in Kostelní Vydří
Het kloostergebouw werd halverwege de 18e eeuw gebouwd naast de bedevaartskerk van Onze-Lieve-Vrouw van de Berg Karmel in Kostelní Vydří, zodat er dagelijks priesters beschikbaar zouden zijn voor pelgrims. Ongunstige maatschappelijke omstandigheden in die tijd (de Verlichting en het bewind van keizer Jozef II) verhinderden echter de komst van religieuzen. Vermoedelijk zouden het ongeschoeide karmelieten zijn geweest.
Pas in 1908 werd de bediening van het Mariabedevaartsoord toevertrouwd aan een religieuze gemeenschap. De patroon van de kerk, baron Bedřich Dalberg uit Dačice, nodigde karmelieten uit Oostenrijk uit om de geestelijke zorg voor kerk en parochie op zich te nemen. Aanvankelijk woonde en werkte hier een gemeenschap van broeders van Duitse afkomst. Vanaf 1921 tot de Tweede Wereldoorlog waren er slechts één of maximaal twee Tsjechische karmelieten, omdat er toen nog niet meer van Tsjechische afkomst waren. Na de oorlog leek de situatie te verbeteren, maar de machtsovername door de communisten maakte daar een einde aan.
Na de ontbinding van de gemeenschap van drie priesters in 1950 mocht slechts één van hen – pater Melichar Karásek – in Kostelní Vydří blijven. Hij overleed in 1985. Daarna kwamen karmelieten – de laatst overlevende van de oorspronkelijke drie, pater Metoděj Minařík, en anderen die in het geheim tot de orde waren toegelaten – slechts als pelgrims.
Na de politieke omwenteling van 1989 droeg de bisschop van Brno in juli 1990 het beheer van de bedevaartplaats, de parochie en het klooster opnieuw over aan de karmelieten – een nieuwe gemeenschap onder leiding van prior pater Cyril Vojtěch Kodet. Tegenwoordig bestaat de gemeenschap onder leiding van prior pater Václav Brož uit nog vier broeders: pater Gorazd Pavel Cetkovský, pater Norbert J. Žuška, pater Serafim J. Smejkal en broeder Pavel Slováček. Het terrein omvat ook een winkel van de Karmelietenuitgeverij.
Kerk van Onze-Lieve-Vrouw van de Berg Karmel
Het landgoed werd in 1694 gekocht door G. J. Butz van Rolsberg. Reeds toen werd er verteld dat rond een veldkapel op de heuvel boven het dorp mysterieuze lichten verschenen. Op advies van priester en ongeschoeide karmeliet F. K. Slawata liet baron Butz op die plek een kapel bouwen en plaatste daarin een afbeelding van Onze-Lieve-Vrouw van de Berg Karmel.
De verdere ontwikkeling van het bedevaartsoord werd beïnvloed door zijn zoon Matěj Jindřich Butz, die de kapel minder dan dertig jaar later liet herbouwen. Zijn zonen bevorderden de groei van de bedevaarten en de bouwactiviteiten. Zo verrezen geleidelijk het kloostergebouw, het schip van de kerk, de kloostergangen en een ommuring met drie poorten. De kerk zelf werd gebouwd tussen 1787 en 1789.
Ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van de bedevaartplaats lieten de broers – de eerder genoemde Josef Ignác en Jan Matěj – de hele kerk beschilderen met fresco’s in Mariatische en karmelitaanse stijl. In de kerk bevinden zich banken en biechtstoelen. Van het oudere interieur zijn de doopvont, preekstoel en twee zijaltaren (Heilig Kruis en Sint Jan Nepomucenus) bewaard gebleven. Na de liturgische hervormingen van het Tweede Vaticaans Concilie werden een ambo en een naar het volk gericht altaar toegevoegd.
