Op de sporen van de laatste Beierse Beer rond Nová Pec

De oudste educatieve wandelroute in Zuid-Bohemen in het beschermde landschap Šumava. Een wandelroute door de Šumava-bossen met veel interessante rotsformaties en een stop bij het Schwarzenberg-vlotkanaal. Op één plek is een kleine herinnering aan de laatste beer van Šumava, naar wie de route is vernoemd.

Totale lengte

15,3 km

Duur van de reis

4 uur

Terrein

Verharde weg, onverharde bosweg.

Moeilijkheidsgraad

Middelzwaar, de route is niet geschikt voor kinderwagens en rolstoelen.

Markering

Ja

Routebeschrijving

Vanaf Nová Pec vertrekken we via een fietsroute richting Ovesná (ongeveer 3 km). Wie de route wil inkorten, kan tussen Nová Pec en Ovesná de trein nemen. In Ovesná begint de geel gemarkeerde wandelroute – de Beer-route (Medvědí stezka). Dit is de oudste educatieve route van Tsjechië (uitgezet in 1967). Sommige rotsformaties zijn inmiddels verborgen door volwassen bomen en het uitzicht is verdwenen, maar door stormschade zijn sommige plekken weer gedeeltelijk open en bieden uitzicht op het militair oefenterrein Boletice met de opvallende berg Knížecí stolec.

Wanneer we Ovesná bereiken, met de trein of te voet, volgen we een asfaltweg waar we na een halve kilometer links omhoog slaan. Na een steile klim komen we bij de eerste rotsformatie aan. We betreden een granieten rotsstad, uniek in Tsjechië. Verder gaat de route naar de “Peperkoekrots” met granieten platen die duidelijk geologische processen tonen. Daarna komen we via de “Roverskloof” bij een rotsformatie met de toepasselijke naam “Gotische Poort”. Onderweg passeren we vele andere rotsformaties die niet meer gemarkeerd zijn, maar de moeite waard om te zien (zoals Pokličky, Skalní stan, Mechová pyramida). We vervolgen licht stijgend naar een rotsuitzicht dat inmiddels overwoekerd is.

Verder passeren we nog meer rotsformaties en kunnen we zogenaamde “stokkige sparrenwortels” zien, een typisch verschijnsel in oerbossen. Dit ontstaat wanneer een jonge boom op het rottende hout van een liggende boom groeit, zijn wortels het liggende hout omsluiten en zich uiteindelijk in de grond vastzetten. Als de boom groeit en het liggende hout vergaat, ontstaat er een holte onder de wortels. Bij de Viklan, de bekendste rotsformatie van de Beer-route, komen we langs een rotskapel en een paddenstoelvormige rots. De Viklan zelf ligt nu verborgen in een groepje jonge sparren.

We vervolgen het golvende landschap naar een plateau met de “Steenrijke Schoonheid”, waarvan de rechterhelft lijkt op het hoofd van een oude Inca-beeld. Het enige uitkijkpunt van de route is een open plek tussen de Steenrijke Schoonheid en een andere rotsformatie, de “Reusachtige Paddestoel”. Vanaf hier zien we Knížecí stolec en een andere top van het Želnava-gebergte, Lysá. Onopgemerkte rotsformaties als “Kalfskop” en “Reuzenblokjes” zijn gemakkelijk te missen door het dichte bos.

We naderen de top van Perník (1049 m), gevormd door diverse rotsformaties met veel romantische hoekjes en paadjes. Dit gebied wordt de Beer-uitkijk genoemd en is inmiddels ook begroeid met jong bos. Daarna dalen we af naar het Hertenmeertje, een kunstmatig aangelegde retentievijver die vroeger diende voor het vlotten van hout via het Schwarzenberg-vlotkanaal. Vanaf het meertje volgen we de gele markering naar de nederzetting Jelení vrchy.

Wie geïnteresseerd is in de geschiedenis van het houtvlotten in Šumava kan in Jelení vrchy het Museum van het Schwarzenberg-kanaal bezoeken. Vanuit Jelení vrchy kan men via de gele route verder naar Medvědí kámen, een monument ter herinnering aan de dood van de laatste beer in Šumava, en naar het station Černý Kříž, of men kan via fietsroute nr. 1027 terug naar Nová Pec.

In de winter is een deel van de Beer-route van Černý Kříž naar Jelení vrchy (ongeveer 7 km) toegankelijk voor langlaufers.

Interessante plaatsen op de route

Nová Pec – De stichting van het dorp gaat terug tot halverwege de 17e eeuw, met toestemming van Johan Christian, hertog van Krumlov en prins van Eggenberg. Aan het begin van de 20e eeuw telde Nová Pec bijna 500 inwoners en 66 huizen. Na de Eerste Wereldoorlog kende het dorp een grote bloei, vooral dankzij de gunstige ligging: ’s winters populair als skigebied met veel sneeuw, en ’s zomers als rustig vakantieoord. Deze sfeer is bewaard gebleven en maakt het dorp tot een geliefde bestemming voor zomer- en wintertoerisme.

Schwarzenberg-vlotkanaal – Een uniek technisch monument gebouwd tussen 1789 en 1822, ontworpen door ingenieur Josef Rosenauer. Het kanaal verbond een zijrivier van de Koude Moldau met de Oostenrijkse rivier Große Mühl, een zijrivier van de Donau, en vormt zo een verbinding tussen de stroomgebieden van de Noordzee en de Zwarte Zee. Gebouwd op verzoek van prins Jan Nepomuk I. van Schwarzenberg om houttransport mogelijk te maken van moeilijk bereikbare gebieden in Šumava naar Wenen, het toenmalige keizerlijke centrum. Het kanaal is 44 km lang en omvat onder meer een tunnel van ca. 400 m nabij Jelení. Het werd gebruikt voor het vlotten van hout van 1793 tot 1962, bijna 170 jaar.

Expositie Schwarzenberg-kanaal – boswachterswoning Jelení vrchy nr. 13 – Hier vindt u informatie over de geschiedenis van het kanaal, de Šumava-bossen, de bewoning van Šumava en het houtvlotten. De expositie is in het toeristenseizoen dagelijks geopend van 08:00 tot 17:00 uur, de toegang is vrijwillig.

Černý Kříž – Een gehucht bestaande uit enkele verspreide boerderijen aan de rand van de vlakte van de Koude Moldau, 4 km ten oosten van Stožec. Hier ligt een belangrijk “spoorwegknooppunt” van Šumava-spoorlijnen. De naam verwijst naar een hoog, zwart kruis. In 1997 werd een nieuw zwart kruis geplaatst en in 2006 hersteld volgens oude foto’s. Het staat op de rechteroever van de Koude Moldau, nabij de spoorwegovergang tussen Černý Kříž en Pěkná.