Doodstransporten
Het monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van het doodstransport op 25 en 26 januari 1945 werd plechtig onthuld op 15 en 16 juli 1961.
Op 25 januari 1945 vertrok een transport onder leiding van SS-Hauptsturmführer Otto Wolle van de SS-Standarte Auschwitz-Oranienburg met bestemming Mauthausen in Oostenrijk. Vanwege een tekort aan ruimte werd de trein echter niet geaccepteerd en keerde op 26 januari terug. Dit transport – een van de velen – werd vanwege de onmenselijke omstandigheden waaronder de gevangenen werden vervoerd aangeduid als een doodstransport.
Na de oorlog werden alle beschikbare gegevens over de graven van de slachtoffers verzameld. In 1945 en 1946 werden de lichamen opgegraven en op basis van gevangenennummers trachtte men de identiteit vast te stellen. Helaas slaagde men daar slechts in 15 gevallen in. Volgens onvolledige gegevens kwamen alleen al tussen Kaplice en Horní Dvořiště 117 gevangenen om het leven. Zij werden vervolgens begraven in drie massagraven: in Omlenice, Netřebice en Horní Dvořiště.
In het massagraf in Omlenice rusten de stoffelijke resten van 63 slachtoffers, voornamelijk van Belgische, Nederlandse, Poolse en Franse nationaliteit. Ze werden op 30 mei 1946 gezamenlijk begraven. De resten waren afkomstig uit de volgende plaatsen:
- Velenov – 4 slachtoffers
- Podolí – 5 slachtoffers
- Suchdol – 19 slachtoffers
- Trojany – 11 slachtoffers
- Pšenice – 8 slachtoffers
- Certlov (Rybník) – 11 slachtoffers
- Bujanov – 5 slachtoffers
Het monument werd ontworpen door de academisch beeldhouwer František Kratochvíl uit Praag en in 1999 gerenoveerd door het gemeentebestuur van Omlenice.
Volgens onvolledige gegevens kwamen 117 gevangenen om tussen Kaplice en Horní Dvořiště, en zij rusten nu in de drie genoemde massagraven.
Totale lengte
1 km
Duur van de reis
ca. 1 uur
Terrein
verharde paden
Aanbevolen bezoekperiode
lente, zomer, herfst
Moeilijkheidsgraad
gemakkelijk